Kindamuzik (BE)
Als het electronoise geluid van Sogar je luidsprekers uitsijpelt waan je je in een onhergbergzaam ijslandschap. De geluidsgletsjer beweegt zich traag voort op de ijskoude maar toch gevoelige ondergrond van crunches, piepjes, bliepjes en al het geluid wat je maar uit een mengpaneel, gitaar of welk ander electronisch devies kan persen.
Het desolate geluid van Sogar, echte naam Jurgen Heckler, bekruipt langzaam je onderbewustzijn zonder dat je er erg in hebt. De Duitser, wonend in Parijs, heeft een talent voor het scheppen van sfeer met een minimaal geluid. Het album begint met een vlak stukje electronoise, hier is nog weinig structuur in te bespeuren maar Apikal.Blend heeft meer in petto. “Üi Spalt” klinkt een stuk rauwer met zijn uitbarstinkjes van noisy ruis. Het zet de toon maar niet de aard van de plaat. Die aard wordt van tijd tot tijd zelfs enigzins speels. Het derde nummer “Selkind” laat zelfs een lichte melodijlijn doorschemeren en doet in vergelijking met de eerste twee nummers vriendelijk aan. Het geluid van Sogar komt nog het dichst bij dat van Fennesz in de buurt, <i>Apikal.Blend</i> klinkt echter voller en heeft meer atmosfeer dan een Fennesz album. Draai het volume open en zet de verwarming uit, handschoenen aan, sjaal om en Apikal.Blend in je stereo. Kippenvel.